Samenvatting
Vindersloon - Gedichten van Kikí Dimoulá De Griekse dichteres Kikí Dimoulá (1931) maakt poëzie van het alledaagse, vaak genomen uit haar huis-, tuin- en keukenleven: een winst- en verliesrekening, kindertekeningen, een zwelling, een buurtplein, regendruppels, de seizoenen, een huis met balkon aan zee, slaappillen, aanrakingen en zo meer. Met die alledaagse werkelijkheid gaat zij in gesprek op basis van haar gevoelens en innerlijke reacties. In een combinatie van rondkijken in de wereld om zich heen en meditatieve introspectie komt zij zo tot een 'metafysica van het alledaagse'. Altijd even menselijk, en tegelijk met gevoel voor het absurde, tragische, onontkoombare. Door de alledaagse wereld van huis en gezin heen, leeft Dimoulá in een wereld van dromen, fantasie, herinnering. In dit dubbelleven houdt zij zich, in het alledaagse, met haar dromen en fantasie staande - en met haar gedichten: die zijn haar toevluchtsoord van 'zoete illegaliteit', haar vrijheid die ze afgeschermd houdt. Bij alle ogenschijnlijke somberheid zien we telkens ook een montere levensaanvaarding, een verslaving aan het leven. Dat bereikt zij vaak met een lichte ironie en een weldadige humor, met een speelse neiging tot het groteske. Zo blijft er lucht in haar gedichten, zonder dat ze luchtig worden. Ze zijn mijn vindersloon door jou gegeven omdat ik je gevonden heb In deze tweetalige uitgave vindt u een ruime keuze uit alle veertien bundels van Kikí Dimoulá, verschenen van 1956 tot en met 2016. Meer over haar leven en werk in het nawoord van de vertaler. Keuze, vertaling en inleiding zijn van Hero Hokwerda, vertaler van tal van werken uit de Nieuwgriekse letterkunde en tot voor enkele jaren tevens universitair docent Nieuwgriekse taal- en letterkunde aan de universiteiten van Groningen en Amsterdam. ISBN: 978 90 827356 0 4 NUR: 306