Samenvatting
In een alleraardigst appartementje woonde 'ns een octopus. Maar toen de octopus op een ochtend terugkwam van zijn dagelijkse zwemmetje, zat er zomaar een vreemdeling in zíjn appartementje.'O no!' schrok de octopus. 'Wat een staart!' Bang vraagt de octopus zich af wat hij met die vreemdeling moet. De vraag gonst en golft door de zee. Alle dieren in de zee bemoeien zich ermee: Klieren! zeggen de kwallen. Rustig ademhalen, verzucht de rifbaars in zijn wrak. De koraalduivel zou de vreemdeling hapslikken, de vuurvis adviseert vuur te spugen, de zeenaald zou prikken en de koffervis zou gelijk zijn boeltje pakken en wegwezen. Alle dieren denken mee, zelfs de lantaarnvis laat zijn licht over de kwestie schijnen. 'O!' kreunde de octopus. 'O, no!'
Zoveel verschillende vissen geven zoveel verschillende adviezen dat de octopus er zeeziek van wordt. Wat nu?
Als hij de vreemdeling nu eens vriendelijk vraagt te vertrekken? Dan blijkt er iets heel anders dan gedacht achter de staart schuil te gaan... Alle dieren helpen mee deze dame los te trekken.