Samenvatting
Dick Matena loopt al tachtig jaar rond op deze aarde, waarvan ruim zestig in de stripwereld. Sinds 2014 schrijft hij columns voor het stripblad Eppo, waarin hij terugkijkt op zijn rijke leven. In geheel eigen stijl, slechts schatplichtig aan zijn oude leermeester Marten Toonder, trakteert hij de lezer op zes decennia aan anekdotes. Over de jaren dat alles kon, toen de strip een massapubliek bediende. Over de vetes en de liefdes, de humor en het drama, de kunstenaars en de charlatans. Over de mensen die hij op zijn creatieve pad tegenkwam: Hans Kresse, Martin Lodewijk en Don Lawrence in het vak, Gerard Reve, Jan Wolkers en Herman Brood daarbuiten. En natuurlijk over het halfvolle dan wel halflflege glas, dat hoe dan ook in een oogwenk ad fundum was. Een kleurrijk verteller, die waar nodig ook zaken in zwart-wit scherpstelt. Matena leeft zich uit in zijn meesterlijke columns, voor het eerst gebundeld in Nu ik er nog ben.