Fragment
“Dit vieze huis is niet mijn huis. Ik heb een betere,” zegt een jongetje van drie in Libanon tegen zijn ouders.
Een andere peuter uit Libanon zegt: “Mijn kinderen zijn jong en ik wil ze bezoeken.”
Haar moeder is niet haar “echte” moeder, zegt een meisje van twee in India.
Een jongetje uit Birma kon zich goed herinneren hoe hij als dorpshoofd was vermoord en door wie.
Vanaf zijn vierde jaar begon Ryan in de V.S. te praten over ‘naar huis gaan naar Hollywood’. Hij huilde dan ’s nachts en vroeg zijn moeder om hem thuis te brengen zodat hij zijn ‘andere gezin’ kon ontmoeten.
Dit boek beschrijft op zowel invoelende als rationele wijze gevallen van vermoedelijke reïncarnatie. Het gaat in eerste instantie om verhalen van heel jonge kinderen die spontane herinneringen hebben aan een vorig leven. Dat zeggen ze in ieder geval zelf.
Er zijn culturen en tradities waar mensen ‘geloven’ in reïncarnatie. Andere stromingen wijzen dit bij voorbaat af. Los daarvan is er intussen al langere tijd wetenschappelijk onderzoek gaande naar kinderen met dit soort uitspraken. Die wonen overal in de wereld. De herinneringen treden op onafhankelijk van land, culturele of religieuze tradities. Het lijkt een universeel maar zeldzaam verschijnsel te zijn. Vanaf hun 6e levensjaar vervagen de herinneringen bij de meeste kinderen.
Hoe is dit te verklaren ? Daarover is – uiteraard – discussie. Het gaat hier om diverse onderling verwante grote vraagstukken, zoals het wezenlijke van de mens; ons bewustzijn; reïncarnatie; en mogelijk voortleven voor en na de biologische dood. Al deze thema’s komen aan bod in Nogmaals - Het reïncarnatievraagstuk.
×