Samenvatting
Ninn werd als baby in de Parijse metro gevonden door twee arbeiders die een dringende herstelling moesten uitvoeren. Vandaag is Ninn elf en in de metro voelt ze zich als een vis in het water. Elk station, elke lijn en elk hoekje kent ze als haar broekzak. Maar ook al lijkt Ninn een vrolijk meisje, door haar hoofd spoken duizend vragen: wie is ze en waar komt ze vandaan? Is er een verklaring voor de flarden van herinneringen aan verre, onbekende streken die Õs nachts geregeld in haar dromen opduiken terwijl ze nog nooit de stad uit is geweest? En waarom ziet zij in de metro wel alle vlinders die blijkbaar niemand anders opvallen? Al die vragen blijven haar achtervolgen. En dan blijkt plotseling dat haar leven in gevaar is...