Samenvatting
Bescherming van minderjarigen door het recht is belangrijk omdat minderjarigen afhankelijk zijn. Dat is ook het geval waar het gaat om bescherming van vermogen van kinderen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een erfenis of een uitkering wegens letselschade of levensverzekering die een minderjarige heeft ontvangen. Ouders en voogden voeren dan het bewind over deze verkrijging. Volgens de wet moeten zij dit doen als 'goede bewindvoerders'. De kantonrechter houdt toezicht over hun vermogensbeheer. Uit empirisch onderzoek is gebleken dat van het toezicht op bepaalde erfrechtelijke verkrijgingen, zoals dat door de wetgever bedoeld is, in de huidige praktijk te weinig terecht komt. Dit was reden voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie om opdracht te geven tot nader onderzoek. Dit boek bevat de uitkomst van dit onderzoek dat is uitgevoerd door wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen. Het laat zien waar de regeling van het toezicht op beheer van ouders en voogden is geregeld en op welke punten aanpassing wenselijk is. Het tweede deel van het rapport betreft vier afzonderlijke onderwerpen die in het teken staan van minderjarigen en vermogen. Het zijn het ouderlijk vruchtgenot, testamentair bewind bij minderjarigen, de som ineens van art. 4:35 BW en verjarings- en vervaltermijnen bij minderjarigen. De onderzoekers doen verschillende suggesties aan de hand ter verbetering van de regelingen die deze onderwerpen betreffen.