Samenvatting
Ze overleefden alles. De crisisjaren, de oorlog – waarin ze vochten, trouwden, onderdoken. Ze groeiden op in het interbellum, maakten de Watersnoodramp mee, de opkomende welvaart, emancipatie en corona. Ze traden – vijfentachtig jaar geleden – het klooster in, of trouwden met de handschoen. Ze zijn baron, of droegen kleding van de armenzorg en werden uitgefloten. Ze zijn honderd, en ouder, en ze weten (bijna) alles nog: de nieuwe generatie eeuwelingen.
Steffie van den Oord vroeg twaalf honderdjarigen – een groeiende bevolkingsgroep – het hemd van het lijf. Hoe was hun eeuw? En wat is hun geheim waardoor ze zo oud wisten te worden?