Samenvatting
Na een leven van diep geestelijk lijden en een hartstochtelijke zoektocht naar God, van wie ze de bevrijding verwachtte, gaf Tariqua het op en sprong op 41-jarige leeftijd voor de trein. God noch liefde bleken in werkelijkheid te bestaan. Op wonderbaarlijke wijze bleef ze - weliswaar gehandicapt - in leven. Omdat de permanente angst het haar onmogelijk maakte nogmaals voor de dood te kiezen, werd ze gedwongen de zware strijd die volgde aan te gaan, waarbij haar de best denkbare menselijke hulp gegeven werd. De weg door deze innerlijke hel wordt in dit boek gedetailleerd beschreven. Uiteindelijk zorgt een catharsis voor de doorbraak en wordt zij van al haar trauma’s genezen. God en de liefde bleken wel degelijk te bestaan, maar het is niet zo eenvoudig om Zijn wegen te doorgronden. Haar zoon werd schizofreen en pleegde zelfmoord in de bloei van zijn leven. Ze vertelt haar verhaal postuum aan hem om samen alle gebeurtenissen te kunnen verwerken. Dit in de stille hoop dat hij in een mogelijk volgend leven kracht kan putten uit haar ervaringen. In dankbaarheid draagt Tariqua dit boek op aan alle geestelijk lijdende mensen. Door haar geschiedenis te vertellen, hoopt ze mensen te overtuigen dat redding voor iedereen bereikbaar is. Want: ‘niets in de wereld is zo zwaar beschadigd, dat de hand van God het niet kan herstellen’.