Samenvatting
Met de invoering van de tweede fase in het voortgezet onderwijs is een nieuw examenprogramma Nederlands voor havo en vwo van kracht geworden. Docenten en studenten moeten dat programma vertalen in concrete lessen. In dit boek wordt uitgelegd hoe zij de eindtermen van het examenprogramma kunnen lezen en kunnen omzetten naar de lespraktijk. Allereerst komen de kenmerken van de tweede fase en de uitgangspunten van het vak Nederlands aan de orde. Daarna staan de eindtermen van het examenprogramma Nederlands havo/vwo centraal, waarbij de domeinen leesvaardigheid, mondelinge taalvaardigheid, schrijfvaardigheid en argumentatieve vaardigheden achtereenvolgens aan bod komen. Elk hoofdstuk over een domein schetst de kern van het domein, de aansluiting met de leerlingen, de eindtermen en de eindstof, de didactiek en de toetsing. Lesvoorbeelden en schetsen van de lespraktijk illustreren de uitgangspunten en nodigen uit om bij wijze van oefening deze lessen ook werkelijk uit te voeren. Nederlands in de tweede fase is geschreven voor (aankomende) docenten Nederlands in het voortgezet onderwijs.