Samenvatting
Dat onze voorvaderen van 1630 tot 1654 een deel van het huidige Brazilië als kolonie hielden, is hier net zo weinig bekend als het feit dat het Mauritshuis in Den Haag niet van de stadhouder Prins Maurits was, maar van ene Johan Maurits van Nassau, gouverneur van die volksplanting in het Noorden van Brazilië. Het koloniale experiment Nieuw Holland mag een welhaast onuitroeibare blinde vlek zijn in ons collectieve geheugen, in Brazilië maakt deze episode sinds jaar en dag deel uit van wat een grote Braziliaanse historicus 'het magma van de oraliteit' noemt. In kinderboeken wordt de truc van de vliegende koe van Graaf Johan Maurits verteld, en op school wordt de strijd tegen de Hollandse protestantse ketters geleerd, uitmondend in een overwinning die het ontstaan van een nationale identiteit inluidde. Beslissend voor de verankering van de 'Hollandse episode' in het Braziliaanse collectieve geheugen was het verschijnen in 1947 van Tempo dos Flamengos van de Braziliaanse historicus José Antônio Gonsalves de Mello, dat in Brazilië meteen als een klassieker werd beschouwd en hier voor het eerst in Nederlandse vertaling verschijnt. Vernieuwend was de nadruk op de sociale geschiedenis, met een gedetailleerde reconstructie van het dagelijks leven in de hoofdstad Recife, van de suikereconomie en van de omgang van de Nederlanders met Afrikaanse slaven, met de inheemse bevolking, met katholieken en joden. Ook de rol van de tolerante Johan Maurits op cultureel en godsdienstig gebied en de toepassing van onze kennis van steden- en fortenbouw, komen uitgebreid aan bod. Nederlanders in Brazilië (1624-1654). De invloed van de Hollandse bezetting op het leven en de cultuur in Noord-Brazilië, is een vertaling die niet alleen een hardnekkige leemte in de geschiedschrijving van de Nederlandse expansie vult, maar biedt ook een verrassend perspectief op de Braziliaanse geschiedenis, die daarmee voor ons een stuk minder exotisch wordt dan zij scheen.