Samenvatting
De napoleontische periode was voor Nederland een tijd van ingrijpende veranderingen. Na zijn coup d'état breidde Napoleon Bonaparte vanuit Frankrijk zijn macht langzaam uit over het Europese vasteland. Zijn oog viel ook op Nederland, dat worstelde met de gevolgen van de Bataafse Revolutie. Ons land veranderde tussen 1801 en 1813 van een republiek in een monarchie, werd daarna ingelijfd bij het keizerrijk en hervond in november 1813 de onafhankelijkheid, met aan het hoofd van de natie de zoon van de laatste stadhouder. In 'Nederland onder Napoleon' volgt Bart Verheijen de debatten tussen de partijen die deze snelle opeenvolging van politieke regimes bediscussieerden en begeleidden. Hoe werd in pamfletten, liedjes en literatuur gereflecteerd op een veranderende Nederlandse identiteit? Hoe veranderde de houding ten opzichte van Napoleon? En in hoeverre droegen deze reflecties bij aan de ontwikkeling van vaderlandsliefde en culturele natievorming op momenten dat de soevereiniteit onder druk stond? Met veel aandacht voor de processen van modernisering en bureaucratisering die leidden tot een nieuwe relatie tussen overheid en burger.