Fragment
Na de afschaffing ging Nederland, zij het op een wat geniepige wijze, toch door met het importeren van spotgoedkope arbeid uit India en Indonesië. Dit was dan wel geen slavernij maar had alle aspecten er van, de behandeling op de plantages maakten nauwelijks verschil. Van een gedragsverandering van de Nederlander in Suriname was, eerlijk gezegd, ook nauwelijks sprake. Ook de gezagsverhoudingen veranderden niet. Er werd bijvoorbeeld niet op grote schaal geprobeerd het analfabetisme onder de vroegere slaven weg te werken. Hoe dan ook, Nederland heeft een enorme erfenis achter gelaten in Suriname. Toen dan ook de onafhankelijkheid van dit land aan de orde kwam was men moreel verplicht hier een goede zaak van te maken. Suriname was aan het begin van de 70'er jaren een welvarend en aantrekkelijk land. Met andere woorden, alles lag voor het grijpen. Om het op een manier zoals in het voorgaande beschreven is te laten mislukken is een schande van de eerste orde. Daar moet Nederland zich diep voor schamen.
De casus is duidelijk. De Nederlandse opstelling en het gedrag van de Nederlandse politiek hebben op voorhand er voor gezorgd dat de Surinaamse onafhankelijkheid nooit een schijn van succes had. Het simpele feit dat men in heel korte tijd de helft van de bevolking naar Nederland liet emigreren was al voldoende voor de mislukking. Dit betekende per definitie dat eerst de Surinaamse belastinginkomsten, in heel korte tijd, met méér dan de helft zouden teruglopen, immers de besten emigreerden, zij waren de grootste belasting-betalers. Het is volstrekt onmogelijk om met een dergelijke aderlating een land te starten en overeind te houden. Dat erkende economen zoals Den Uyl en Pronk dit niet hebben gezien is meer dan beschamend. De Nederlandse Staat rest dan ook niets anders dan het boetekleed aan te trekken, haar excuses te maken en met een plan te komen om als nog Suriname een eerlijke kans te geven te worden wat het hoort te zijn..
×