Samenvatting
Hoe kon het dat de Nederlandse marinestrategie tot twee keer toe in de ban kon raken van een hype, het navalisme? De eerste keer, vanaf 1912, vielen de gevolgen van het navalisme mee. De tweede keer, vanaf 1936, waren ze ronduit dramatisch: ze draaiden een onderzeebootstrategie met de meest efficiënte onderzeeboottactiek ter wereld de nek om. Daardoor waren de successen van de Nederlandse onderzeeboten in de Tweede Wereldoorlog, hoe spectaculair ook, slechts een schim van wat zij hadden kunnen zijn. Hoe dat kwam doet dit boek van Jaap Anten uit de doeken dat daarmee een nieuwe geschiedenis schrijft van de Koninklijke Marine. Navalisme, wat was dat eigenlijk? Een ideologie die maritieme expansie als noodzakelijk ziet voor het voortbestaan van een mogendheid. De Koninklijke Marine meende dit te kunnen verwezenlijken via overambitieuze risicostrategieën waarmee zij pretendeerde een sterkere zeemacht tot onmacht te verlammen. Overambitieus, want die sterkere zeemacht was de reusachtige zeemacht van Japan. Niets minder dan Japan, want de hoofdtaak van de Koninklijke Marine was de verdediging van het enorme eilandenrijk Nederlands-Indië waarop dat land zijn zinnen zou kunnen zetten. Bij dit alles verkoos Nederland zich te laten meeslepen door internationale hypes. Als dit boek iets laat zien is het wel hoe sterk het Nederlandse denken van 1912-1942 parallel liep aan het Duitse. Wat het ook laat zien is dat de Duitsers niet de enigen waren die een risicostrategie hanteerden (wat ze zwaar is aangerekend omdat deze met rivaliteit tot Engeland leidde) en dat het bovendien van oorsprong een Amerikaans idee was. Het laat ook zien waarom de Amerikaanse strategie wel werkte en beide andere niet. Zo schenkt dit boek ook nieuw inzicht in de Duitse marinestrategie en onderzeeboottactiek. Daardoor is het ook van internationale betekenis, wat tot uiting komt in de uitgebreide Engelse summary. Jaap Anten (1954) studeerde Sociale en Organisatiepsychologie in Leiden. Na onder meer werkzaamheden in musea, trad hij in 2001 aan op het Koninklijk Instituut voor Taal- Land en Volkunde (KITLV) te Leiden. Datzelfde jaar publiceerde hij een uitvoerige biografie over Hr.Ms. kruisers Java en Sumatra. Deze werd gevolgd door enige recensies en artikelen in verband met schepen en de geschiedenis van Indonesië, terwijl een gepland artikel uitdijde tot dit proefschrift.