Samenvatting
Zowel in verband met een wens tot uitbreiding van het spreekrecht van het slachtoffer als in verband met de problematiek van de weigerende observandus is de mogelijkheid om het strafproces in twee fasen te splitsen (tweefasenproces) naar voren gebracht. In dit onderzoek worden argumenten voor en tegen de mogelijkheid van een tweefasenproces in kaart gebracht. Eerst worden de procespositie van het slachtoffer en mogelijke aanpassingen van die procespositie uiteengezet. Daarna volgt een bespreking van de huidige regeling van het strafproces en wordt geanalyseerd hoe de mogelijkheid van een tweefasenproces zich tot die bestaande regeling verhoudt. In interviews is verkend hoe vijftien personen werkzaam in de strafrechtspraktijk over vragen die in verband staan met de mogelijkheid van een tweefasenproces denken; in deze studie gaat de aandacht vooral uit naar de argumenten die deze personen voor hun standpunten naar voren brachten. Ten slotte wordt een beeld geschetst van onderdelen van het straf(proces)recht die voor de eventuele invoering van de mogelijkheid van een tweefasenproces relevant zijn in het recht van Belgiƫ, Engeland en Wales, Duitsland en Zweden. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het WODC, op verzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, Directie Sanctie- en Preventiebeleid, en verricht door medewerkers van de vakgroep strafrecht en criminologie van de Rijksuniversiteit Groningen.