Fragment
De eerste tolbrug die in zicht komt, is fantastisch en imposant. De betaling geeft stress en gedoe. De pinpas wordt niet geaccepteerd, de creditcard gelukkig wel. Bij het passeren van de slagboom roept de douanier ons iets onverstaanbaars na en het is niet duidelijk of dat een stopteken is of dat hij ons een goede reis wenst. Hans rijdt langzaam door, en de man komt ons niet achterna. Hij zal ons wel een goede reis gewenst hebben of heeft ons een verwensing naar het hoofd geslingerd vanwege de crisis en vanwege het feit dat wij vakantie gaan vieren.
Het lijkt ons het beste om een camping te zoeken, Zweden is nog een heel eind en het loopt tegen zessen. Vanaf dit moment is er geen camping te vinden die er vertrouwd uit ziet. Alleen ‘Blommenlyst-campings’. (Blommenlyst is een hele leuke, kleine camping, zo dicht bij de snelweg, dat wij er ooit lagen te schudden in de tent.)
Bij een sanitaire stop bestudeer ik de kaart nog weer een keer, Zweden lijkt niet zo ver meer, dus doorrijden.
×