Samenvatting
Het geheim van het leven is de liefde. Het geheim van de kosmos is de ultieme Werkelijkheid die daar de ziel, de grond, de bron en de horizon van is, en die de kleine mens telkens uniek en onvoorwaardelijk liefheeft. Dit vormt de essentie van het gedicht ‘Geestelijk Hooglied’ dat de mysticus Jan van het Kruis in 1578 in Toledo dichtte. De omstandigheden waren nochtans vreselijk: deze Spaanse karmeliet zat negen maanden opgesloten in een kloosterkerker, geïsoleerd van de buitenwereld. Op aanbeveling van Teresa van Ávila was hij een hervorming van de Spaanse karmelieten begonnen, die veel ergernis had opgewekt. In die donkere nacht te Toledo brak echter een unieke liefdeservaring door die hij in een lang gedicht neerschreef. Rond 1579 begon hij een uitvoerig prozacommentaar op de zangen van dit gedicht. Tussen 1586 en 1588 maakte hij een tweede versie van het commentaar af. Omdat de tweede, zogenaamde B-redactie de definitieve visie van Jan van het Kruis voorstelt, werd tot op heden in het Nederlandse taalgebied enkel deze tweede redactie gepubliceerd. Nochtans staat de eerste, zogenaamde A-redactie dichter bij de aanvankelijke mystieke ervaring van de dichter zelf en is ze daardoor lyrischer en verregaander over de mystieke vereniging van de mens met God. Het is vermoedelijk uit voorzichtigheid dat Jan van het Kruis in zijn tweede redactie zijn visie ietwat heeft afgezwakt. In deze nieuwe uitgave reiken we daarom de eerste, A-redactie eerstmaals aan het Nederlandstalige publiek aan. Voor wie houdt van liefdesmystiek zal dit werk een meeslepende ervaring worden. Met de metafoor van de ontmoeting van twee geliefden toont Jan van het Kruis hoe vervullend het zoeken en vinden van God kan zijn voor het menselijke hart. Geestelijk Hooglied vormt het derde deel van de Mystieke werken (deel 1, Donkere nacht, deel 2, Bestijging van de berg Karmel, deel 4 Levende liefdevlam).