Samenvatting
Aan het begin van de zeventiende eeuw vond Spanje dat de Morisco's, Arabischtalige moslims die al negenhonderd jaar in Andaloesië woonden, weigerden te assimileren. Daarom werd hun taal verboden, net zoals hun godsdienst, hun klederdracht - de hoofddoek, toen al! - en hun muziek. 'Iedereen gelijk, en wie niet wil die moet maar opkrassen', stelde koning Filips III. In 1610 werden de overblijvende Morisco's op transport gezet richting Noord-Afrika.
Een van de laatste Morisco's die zijn ervaringen neerschreef, was Ahmad al Hajari. Met diens autobiografie in de hand neemt Lucas Catherine u mee op een reis naar het al Andalus van toen. Hij laat u kennis maken met de eerste autochtone moslims in West-Europa, en legt uit hoe ze etnisch weggezuiverd werden.
Dit boek levert stof tot nadenken over wat vandaag gebeurt. Hoe kunnen moslims hun identiteit bewaren in een overwegend 'christelijke' maatschappij? Tolereren wij hen, of juist niet, en hoe reageren zij daarop?
Het verhaal is ook een leidraad voor een alternatieve reis door Andaloesië, op zoek naar de geur, de smaak en de klank van de Morisco's. Want hun cultuur zindert ook in het Spanje van vandaag nog fel na.