Samenvatting
Achter de nazi-legers die in juni 1941 de Sovjet-Unie binnenvielen, opereerden de 'Einsatzgruppen' en de 'Einsatzkommandos', moorddadige eenheden van de SS. Alleen al in het bezette Litouwen werden er tussen begin juli en eind november 1941 137.346 personen, voor het overgrote deel Joden, vermoord. Na de bezetting van Kiev in september 1941 werden er in Babi Jar 33.771 Joden geëxecuteerd – in slechts twee dagen tijd. Zeer weinigen hebben de massaslachting van Babi Jar overleefd. Toch slaagde de auteur erin een van de overlevenden, Vasili Michailovski-Kats, te interviewen: "Het was een lange voettocht daar naartoe. We moesten veel kleding en kostbaarheden meenemen. Het gerucht werd namelijk verspreid dat de Joden van Kiev zouden worden geëvacueerd. Mijn Oekraïense kindermeisje, Anastasia Fomina, ging met me mee. Maar op een gegeven moment voelde ze dat er iets niet klopte. We waren niet ver meer af van de plek waar de executies plaatsvonden. Anastasia haalde plotseling haar Oekraïense paspoort tevoorschijn en liet dit aan een soldaat zien. Ik weet niet of het een Duitse soldaat of een SS'er was, maar gelukkig dacht hij wél dat er een vergissing was gemaakt en dat ik haar zoontje was. Die soldaat heeft ons toen uit de menigte gehaald en zó werd ik op het nippertje gered." Emerson Vermaat publiceerde eerder boeken over Himmler, Mussert, Eichmann en Auschwitz. Voor dit boek interviewde de auteur overlevenden van de Holocaust in Litouwen en Oekraïne.