Samenvatting
(S)terke leiders, scherpe campagnes met handig gebruik van sociale media, kandidatenlijsten die meer dan ooit aansluiten bij het weefsel van de lokale samenleving, inspelen op de behoefte van kiezers aan nabijheid en kleinschaligheid en het aanscherpen van de lokale partij-identiteit door polarisatie met de klassieke partijen’. Met deze bevindingen sluiten Maessen en Andriessen hun hoofdstuk af in dit boek. Hun bijdrage gaat over de formatie van tien colleges in middelgrote gemeenten, waar het politieke toneel vanaf de raadsverkiezingen van maart 2022 wordt gedomineerd door een lokale partij. Zij deden onderzoek in Barendrecht, Bergen op Zoom, Het Hogeland, Medemblik, Rijswijk (ZH), Roermond, De Ronde Venen, Sittard-Geleen, Waalwijk en West Betuwe. Dit boek is het tweede verslag van een onderzoek naar de coalitievorming in Nederlandse gemeenten. Het eerste boek, uit 2019, was het product van een initiatief van Joan Smithuis. Hij had vanaf 2010 in tien door hem geselecteerde gemeenten drie keer (in 2010, 2014 en 2028) onderzoek gedaan naar de collegevorming. Daarbij ging het in hoofdzaak om grotere steden, zoals Den Haag, Rotterdam, Arnhem, Leiden, Gouda, Tilburg, Amersfoort, Groningen, Doetinchem en Maastricht. Voor deze nieuwe publicatie deed Smithuis opnieuw onderzoek bij ‘zijn’ tien gemeenten. In deze tweede publicatie leverde Hugo van der Parre, redacteur bij de NOS, een overzicht van zijn dataverzameling voor de website NOS.nl. Zijn inleidend hoofdstuk maakt al zichtbaar dat de lokale partijen niet alleen de verkiezingen van 2022 hebben gewonnen maar ook de collegevorming. In aanvulling op deze onderzoeken bevat dit nieuwe boek ook een hoofdstuk van Lianne van Kalken die zich ten behoeve van een wetenschappelijk proefschrift al enkele jaren bezighoudt met zogenoemde ‘raadsakkoorden’, die trachten de totstandkoming van bestuurscolleges op een alternatieve manier aan te vliegen. Joop van den Berg sluit het boek af met een uitvoerige slotbeschouwing waarbij hij het verschijnsel lokale partij in historisch kader plaatst. Hij beschrijft de normalisering ervan met al zijn sterke en zwakke kanten en behandelt de vraag wat het succes van lokale partijen bij de collegevorming kan verklaren.