Samenvatting
Deze uitgave behandelt afdeling 6.3.3A BW, de wetgeving op het gebied van oneerlijke handelspraktijken die eind 2008 in werking trad. De afdeling omvat, wat de positie van consumenten jegens ondernemers betreft, regels voor misleidende consumentenreclame zoals we die eerder uit afd. 6.3.4 kenden, maar omvat méér. Afdeling 6.3.3A richt zich ook tegen andere oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten, zoals agressieve handelspraktijken. En de regels zijn niet beperkt tot gedragingen vóór het tot stand komen van een overeenkomst, maar gelden ook voor oneerlijke handelspraktijken na het sluiten daarvan (aflevering, service, klachtenbehandeling). De achtergrond van de artikelen 6:193a-j BW - gelegen in Richtlijn 2005/29/EG - en de inhoud daarvan worden in dit boekje belicht. Een slothoofdstuk is gewijd aan handhavingskwesties, waarbij in deze tweede druk ruime aandacht wordt gegeven aan het in 2014 ingevoerde vernietigingsrecht voor de consument (art. 6:193j, lid 3). Ook de actiebevoegdheid van concurrenten en collectieve acties (vgl. art. 3:305a en 3:305d BW) komen aan bod, evenals handhaving door de Autoriteit Consument en Markt en klachtmogelijkheden bij de Stichting Reclame Code. Bij de invoering van afdeling 6.3.3A over oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten, is de inhoud van afdeling 6.3.4 teruggebracht tot misleidende reclame jegens ondernemers, alsmede vergelijkende reclame. Afdeling 6.3.4 wordt door dezelfde auteur behandeld in MonBW B49b (Misleidende (B2B) reclame en vergelijkende reclame).