Samenvatting
In zijn essay ‘Molukse overpeinzingen’ zoekt Jan Tomasowa op kritische en openhartige wijze naar antwoord op vragen over de dieper onderliggende oorzaken van ontwikkelingen die de geschiedenis en de maatschappelijke positie van de Molukkers in Nederland in sterke mate beïnvloeden. De auteur gaat oa. in op de vraag waarom, na eeuwenlange onderdrukking door het Nederlands koloniaal bewind, zoveel Molukkers er toch voor kozen om Nederland trouw te dienen. De Nederlandse regering weigerde zelfs de soldij van Molukse KNIL-militairen die tegen het Japanse leger hadden gevochten te betalen. Waarom streden zij, na de Japanse capitulatie, samen met Nederlandse militairen tegen de vijanden van het Nederlands bewind? De auteur vraagt zich af waarom de duizenden Molukse pro RMS KNIL-militairen, die op Java waren gelegerd, aldaar de TNI niet massaal aangevallen hebben, toen op de Molukken, de TNI oorlog voerde tegen de Republik Maluku Selatan (RMS). Zij deden dat wel op Celebes. En daarna? Waarom geloofden de Molukse KNIL-soldaten, die in 1951 op militair bevel met hun gezinnen naar Nederland vertrokken, dat zij tijdelijk in Nederland zouden verblijven? Waar hadden zij na een half jaar naar toe willen gaan? Tomasowa stelt vast dat de Molukse leiders niet altijd in het belang van de Molukse bevolking hebben gehandeld. De huidige Nederlandse bevolking is niet schuldig aan de misdaden van hun voorouders jegens de Molukkers. De erfzonde bestaat niet. Tijdens de burgeroorlog rond 2000 op de Molukken stond de bevolking er uiteindelijk alleen voor. En bij de wederopbouw werden zij gesteund door met name maatschappelijke krachten in Indonesië en in Nederland. De RMS-beweging in Nederland speelde geen enkele rol van betekenis bij het stoppen van de oorlog en bij de opbouw van de Molukken. Het merendeel van de Molukkers in Nederland gaat niet terug naar de Molukken. De analyses en onderwerpen in dit essay zullen veel stof doen opwaaien in het Moluks-Nederlandse landschap.