Samenvatting
De muziekessays van de schrijver S. Vestdijk (1898-1971) werden in 1983 in tien gebonden delen uitgegeven. Ze waren bezorgd door Marius Flothuis en Emanuel Overbeeke. Wij lezen in het tiende deel dat Vestdijk vanaf 1956 ernstig werk was gaan maken van het bespreken van muziek volgens het nog ongekende principe van wat hij de 'differentiële waardekritiek' noemde. Waarom zou je niet de 'beste composities' naar voren brengen en uitvoeriger behandelen dan andere muziekstukken? Hij besprak composities zoals hij dichtbundels recenseerde. Deze aanpak sprak de dichter en muziekkenner Jozef Eijckmans (1907-1996) wel aan. Hij ging met Vestdijk corresponderen nadat hij in 1956 in zijn lijfblad Het Vaderland Vestdijks artikel over Robert Schumann had gelezen. Laat Schumann nu zíjn lievelingscomponist zijn, over wie hij wel een boek kon schrijven! Het resultaat is een bijzondere correspondentie, verspreid over de periode 1956 en 1970. Niet vaak zijn de beide schrijvers het met elkaar eens, hun brieven dragen daardoor een aangenaam polemisch karakter. De lezers kunnen hun beoordeling en kennis van de composities meten met de visies van de grote Vestdijk en de nog te onbekende Eijckmans. Van musicoloog, publicist en Vestdijkkenner Emanuel Overbeeke is het veelzijdige inleidende commentaar. Vestdijkbiograaf Wim Hazeu haalt enkele herinneringen op aan Eijckmans, van wie hij vele dichtbundels en de Verzamelde Gedichten uitgaf. 'Een bijzondere briefwisseling: twee unieke auteurs scherpen elkaars muzikale geest. Mij hebben ze stevig aan het luisteren gezet: is het wel waar wat ze beweren, of valt over smaak inderdaad nauwelijks te twisten?' Leo Samama (componist/musicoloog) Spijtig genoeg bescheiden van omvang, want o, wat boeiend! Maarten ' t Hart (schrijver, Eijckmans- en Vestdijkkenner)