Samenvatting
In dit tweede boek in de meeslepende trilogie over Molokai proberen Kaipo en Kanani als pril koppel met lepra op het eiland samen een leven op te bouwen. Maar Kanani worstelt met een groot geheim. Iets wat ze voor Kaipo verzwijgt, maar waar ze zelfs haar ouders en zusje die nog in haar geboortedorp wonen niet mee durft te belasten. Wanneer Pater Damiaan arriveert, bezoekt Kanani samen met hem het ziekenhuis op Molokai. Ze hoopt om zo haar leven wat meer zin te geven, maar beseft al snel dat het verzorgen van mensen met melaatsheid voor haar emotioneel te zwaar is. Net nu ze Kaipo heel hard nodig heeft, loopt het helemaal mis. Na een avond drinken met vrienden die hij op Molokai heeft gemaakt, komt Kaipo ladderzat thuis. Het komt tot een felle ruzie waarbij Kanani lichtgewond geraakt. Ze vlucht in paniek weg en wordt door Carlos meegevoerd op zijn paard. Maar ze heeft geen idee waar de tocht naartoe gaat en wat de man met haar van plan is...