Fragment
Inleiding
'Thuiskomen' was de titel die Wander voorstelde voor zijn levensverhaal. Het is de enige suggestie van hem die ik niet heb opgevolgd toen ik dit boek schreef. Ik vond die titel te algemeen, te weinig zeggend, in plaats daarvan heb ik gekozen voor 'Mister Wonder' dat mij speelser en pakkender leek en bovendien, omdat het de naam was waarmee hij door Nigerianen werd aan-gesproken, rechtstreeks verwijst naar zijn tijd in Afrika, de belangrijkste periode van zijn leven wat hem betrof. Daarnaast roept het bewust of onbewust associaties op die ik duidelijk bij mijn vader vind horen, te weten de verwondering en open blik die hij zijn hele leven wist te houden om nog maar te zwijgen van het wonderlijke van zijn hele levensloop, van NSB-kind tot outcast en zwerver tot sensei en leraar van velen.
Toch begreep ik heel goed wat hij bedoelde. Wie het leven van Wander overziet, kan niet anders dan concluderen dat 'weggaan' en 'thuiskomen' allesoverheersende thema's daarin zijn geweest. Letterlijk omdat hij jarenlang in het buitenland heeft gewerkt en voor lange periodes van huis was, zodanig dat hij voor zijn gevoel twee 'thuisen' begon te krijgen, een hier en een daar, en zelfs op beide plekken heimwee ervoer. Maar ook op een fundamenteler niveau is het begrip 'thuis' voor Wander altijd problematisch geweest. Hij komt niet uit een hecht gezin en heeft zich nooit welkom ge-voeld, niet bij zijn moeder en al helemaal niet bij de man die voor zijn vader doorging maar die hij zelf nooit zo heeft gezien. In hoeverre dat gevoel van uitstoting een mentale constructie achteraf van hem is geweest, het verhaal dat hij zichzelf vertelde, is voor mij een open vraag.
Feit is dat hij al op z'n zestiende jaar huis en haard heeft verlaten en begon aan een jarenlange zwerftocht die ogenschijnlijk eindigde toen hij mijn moeder ontmoette en een gezin stichtte, maar die van binnen altijd is doorgegaan. Ook in zijn latere leven bleef Wander een vrij man: hij voelde zich niet gehecht aan huizen, banen of mensen en kon moeiteloos het roer omgooien. Hij verklaarde zelf dat hij zonder plan wilde leven, want met een plan legde je jezelf vast en miste je mogelijkheden. “Ik heb mezelf altijd gezien als een toeschouwer,” zei hij in een van de interviews voor dit boek. “Leuke ogenblikken die aan mij voorbij gingen daar ging ik gelijk in mee en dan bleef ik hangen tot het weer over was en dan moest ik wachten tot er weer wat voorbij kwam.” Nog duidelijker gezegd: “Ik laat het gebeuren, ik beslis niets zelf.” Het beeld dat van Wander opdoemt is dat van een lifter, iemand die z'n duim omhoog steekt, ergens instapt en wel ziet waar hij uitkomt.
Met zo'n levensinstelling, mogelijk door hem enigszins geromantiseerd, is het niet verwonderlijk dat thuiskomen altijd een utopie blijft, een ideaal dat juist door een zwervershart het sterkst gevoeld wordt. Wander mocht ‘thuiskomen’ graag gebruiken als een metafoor. Dat hij Ankie ontmoette en voor het eerst een serieuze relatie begon, betekende voor hem thuiskomen; kinderen krijgen was thuiskomen; en tenslotte beschouwde hij doodgaan als het enige echte thuiskomen. Het woord stond voor alles wat goed was, wat als vanzelf sprak. Ontroerend is de zin die hij op een briefje schreef en aan Ankie gaf om mee te dragen in een halssieraad en pas te lezen na zijn dood: ‘Bedankt voor deze lift naar huis.’ De weg tussen geboorte en dood betekende voor Wander een reis terug naar huis en hij verliet de wereld zonder spijt of verdriet.
Wat het heeft opgeleverd is een bijzonder levensverhaal. Niet, zoals in standaard biografieën, een crescendo verlopend betoog over belangrijke uitvindingen, beroemde literatuur of muziek of beslissingen die de wereldgeschiedenis bepaalden. In dat opzicht is Wander een gewone man geweest, een arbeider zoals velen wiens aanwezigheid slechts een rimpel in de tijd heeft veroorzaakt. Toch is zijn verhaal de moeite waard om op te schrijven. Niet alleen vanwege de vele vermakelijke avonturen, waarvan nog lang niet alles in dit boek terecht is gekomen, maar ook vanwege de doorkijk die het biedt op iets dat veel groter en algemener is, namelijk de geschiedenis van de twintigste eeuw. Door zijn onconventionele levenswandel en vele beroepen kan Wander gelden als een soort Elkerlijck (of ‘Forrest Gump’ voor de jongeren onder ons) aan de hand waarvan je meeloopt langs bepalende ontwikkelingen en momenten in de moderne historie. De nadagen van de vaderlandse veenindustrie, goed en fout in de oorlog, de hippiebeweging en de alternatieve tegencultuur, de oliecrisis, de Hollandse glorie van het baggerwezen: al deze elementen, en nog veel meer, spelen een belangrijke rol in Wander's levensverhaal. Dit boek gaat dus over mijn vader, maar evenzeer over 'de eeuw van mijn vader' zoals Geert Mak dat noemt.
×