Fragment
Als ik een keer mijn rommel op zolder niet heb opgeruimd moet ik het ontgelden. Onder toeziend oog van mijn vader en Marleen moet ik opruimen. Als het hem niet snel genoeg gaat geeft hij mij een draai om mijn oren. Ik word hier zo boos van dat ik opspring en hem aanpak. Ik heb me voorgenomen me niet meer te laten slaan. Helaas delf ik het onderspit. Met een metalen kruk neemt hij mij onderhanden. Blijkbaar zo erg dat nu zelfs Marleen hem een halt toeroept. Ze schreeuwt en krijst dat hij moet stoppen. Misschien heeft ze mij wel gered. Ik blijf op zolder huilend achter en verga van de pijn. Martin komt naar zolder en helpt me er weer enigszins bovenop. Ondanks dat ik ‘verloren’ heb, neem ik mij voor om me niet meer te laten slaan. Ik vecht terug.
×