Fragment
Mijn laatste treinrit loopt vertraging op bij Stuttgart waardoor ik pas na twee uur arriveer op het centraal station in München. Na een bekertje koffie en het vragen welke uitgang ik moet hebben loopt ik snel door het centrum van de stad. Het is er erg druk voor een maandag. De Duitsers vieren hun vakantie. Ook bij de Marienplatz is het erg druk. Het is bijna half drie als ik daar aankom, ruim een uur later dan gepland. Ik maak wat foto’s en maak een vlog die ik doorstuur naar familie en enkele vrienden met de boodschap ‘de tocht gaat beginnen’. Bij een bakker koop ik nog een broodje kaas voor onderweg en vervolgens ga ik op pad. Vanaf de Marienplatz loop ik door over de bruggen van de Isar. De rivier loopt hier in twee armen door de stad. Over de laatste brug sla ik rechtsaf en ga ik verder op een grindpad die langs de rivier loopt. Bijzonder, binnen 10 minuten loop je volledig in de natuur terwijl je feitelijk nog midden in de stad bent. De Duitsers noemen dat een groene long in de stad. Het pad kronkelt met de rivier mee. Overal liggen mensen in het gras of met de voeten in het water. Men geniet zichtbaar van de zon die de regen van de vroege ochtend heeft verdreven. Af en toe hoor je nog een sirene van een ambulance of politieauto, een teken dat ik nog steeds in de stad ben. Het pad loopt verder onder de spoorbrug door en voorbij de snelweg richting het Dierpark Hellabrunn. Hier gaat een modern bruggetje over de Isar zodat je aan de linkerzijde van de rivier komt. Langzaam neemt het stadsgeluid af en wordt het rustiger. Ook de mensen die recreëren en genieten van de zon zijn op enig moment uit het beeld verdwenen. Je ziet alleen nog hardlopers en mountainbikers die je tegenkomt of die mij voorbijlopen. Op enig moment, het is ondertussen al zes uur geweest, voel ik me alleen op de wereld. Voor me niets, achter me leeg, rechts van me zie ik bossen en links de rivier met een ruw begroeide oever. Het voelt unheimisch. Geeft dit mij dit de rust waar ik naar zoek of ben ik juist op de vlucht? Deze gedachten gaan even door mij heen. Al snel komt er een afleiding. Ik moet klimmen over een omgewaaide boom. Blijkbaar heeft de gemeente die nog niet kunnen opruimen. Even verder ligt er opnieuw een boom en moet ik mijn rugzak zelfs afdoen om er onderdoor te klauteren. Om kwart over zeven arriveer ik bij Kloster Schäftlarn mijn eerste overnachtingsadres. Een imposant gebouw met naastliggende kerk met een hoge toren. Deze is opgetrokken uit witte baksteen en het kloostergebouw waar de poort al van op slot is. Morgenvroeg maar even kijken dan? In het Klosterbräustüberl word ik heel gastvrij ontvangen. In no time heb de sleutel van mijn kamer en word ik gevraagd om zo snel mogelijk aan te sluiten voor het avondeten. De maaltijd is heerlijk met een glaasje witte wijn. Nadien loop ik nog een rondje om het klooster. Het is al fris en het schemert. Maar weer snel naar binnen voor een douche. Goed half negen gaat bij mij het lampje langzaam uit. Ik val in slaap, moe en voldaan. Ik zit nu in mijn eigen bubbel en dat voelt goed. Morgen een nieuwe dag, benieuwd wat die gaat brengen?
×