Samenvatting
Wie aan Auschwitz denkt, denkt niet aan vakantie.
Voor Dore van Duivenbode is dat anders. Vanaf haar prille jeugd reist ze met haar Poolse moeder in een knalroze touringcar vanuit Rotterdam naar het familiehuis bij Auschwitz (Oświęcim). Pas later wordt Dore zich bewust van de geschiedenis die aan de plaats kleeft.
Wanneer haar moeder overlijdt, moet Dore het door everzwijnen en steenmarters geteisterde familiehuis verkopen. Voordat ze definitief afscheid neemt, doet ze wat ze al heel lang van plan was: de bewoners van Auschwitz vragen hoe ze met het verleden leven. Het levert bijzondere verhalen op. Inclusief het verhaal van haar moeder, haar grootmoeder en dat van haarzelf.