Fragment
Velen onder ons leven uitsluitend in een wereld die ik de stoffelijke wereld noem. Alles wat we met onze zintuigen kunnen ervaren is onderdeel van die stoffelijke wereld. We zien de bomen, de huizen, de wolken, de zon; we horen de vogels zingen, de muziek op de radio, de auto’s rijdend op de weg enzovoort. Op de één of andere manier nemen wij met onze zintuigen iets waar; een zintuiglijke waarneming. Deze stoffelijke wereld beperkt zich niet tot onze planeet aarde. Met behulp van bijvoorbeeld satellieten, telescopen en raketten zijn we inmiddels in staat om ook waarnemingen te doen van andere planeten in ons melkwegstelsel en in andere melkwegstelsels. Uit deze waarnemingen kunnen conclusies worden getrokken over hoe de kosmos er in zijn geheel uit zou kunnen zien. Het geheel overzien zal onmogelijk blijven. Telkens als we denken de grens van de kosmos bereikt te hebben, zal blijken dat die grens toch nog verder van ons verwijderd is.
Einstein(1) heeft hier met zijn relativiteitsbeginsel, waarin hij stelt dat er geen absolute tijd en geen absolute ruimte bestaat, geprobeerd deze onmogelijkheid te verduidelijken. De kosmos is niet beperkt in ruimte en tijd. Wel in onze stoffelijke wereld, want daar is ruimte en tijd als begrip noodzakelijk, want zonder deze begrippen zou de stoffelijke wereld veranderen in chaos. Niet in die andere wereld: de spirituele wereld(2). Daar verdwijnen de begrippen ruimte en tijd als sneeuw voor de zon. In deze wereld is geen plaats voor zintuiglijk waarnemen. Er worden wel waarnemingen gedaan, alleen wij kunnen het dan in onze taal uit de stoffelijke wereld slechts buitenzintuiglijke waarnemingen noemen. De waarnemingen gebeuren met zintuigen die zich buiten onze stoffelijke wereld bevinden.
Naast de vele wezens die uitsluitend in de stoffelijke wereld leven, zijn er ook wezens die in de stoffelijke wereld leven en ook toegang hebben tot de spirituele wereld. Woorden die hiermee in verband gebracht kunnen worden, zijn bijvoorbeeld paranormaal, helderziend, paragnost, uittreding en ziel. Voor ongeboren en pas geboren kinderen(3) is er nog geen duidelijk onderscheid tussen de stoffelijke en de spirituele wereld. Zij leven als het ware in twee werelden. Na verloop van tijd wordt de toegang tot de spirituele wereld moeilijker en soms onmogelijk. Maar niet bij alle kinderen verandert dit zo. Er zijn kinderen waar de situatie nauwelijks verandert. Hun hele aardse leven blijven zij toegang houden tot beide werelden. In dit boek is een hoofdstuk Intuïtieve kinderen opgenomen waarin ik verder uitleg geef over dit onderwerp.
Leven in twee werelden heeft mooie en minder mooie kanten. Aan de hand van verschillende verhalen wil ik je laten meekijken hoe het is om te leven in twee werelden. Je wordt uitgenodigd om met mij mee te gaan op mijn zoektocht en je mening te vormen of om misschien wel bevestiging te krijgen. Het laatste dat ik wil pretenderen is dat mijn verhaal de waarheid is.
Het is niets meer of minder dan mijn waarheid.
×