Samenvatting
In december 1444 werd buiten de Amersfoortse Kamperpoort een beeldje van Onze Lieve Vrouw onder het ijs gevonden. Zodra het was 'gered', vonden wonderen plaats die aan dit beeldje werden toegeschreven. De geruchten daarover verspreidden zich als een lopend vuurtje. Een eeuw lang voltrokken zich nog veel meer mirakelen. Daarvan zijn er 542 schriftelijk overgeleverd, als korte verhaaltjes die alle aspecten van het leven raken. De tekst daarvan is bewaard in drie handschriften uit het begin van de zeventiende eeuw. Een van die handschriften werd vervaardigd op verzoek van Heribert Rosweyde, een van oorsprong Utrechtse, geleerde jezuïet die in Antwerpen informatie verzamelde over het katholieke geloofsleven in de noordelijke Nederlanden. Dit boek biedt een editie en een hertaling in modern Nederlands van het Amersfoortse Mirakelboek, samen met het dossier van Rosweyde. De inleiding geeft een beeld van de historische en religieuze context.