Samenvatting
Het middeleeuwse openbare badhuis wordt sinds de negentiende eeuw voorgesteld als bordeel, als schouwtoneel van vermeende middeleeuwse losbandigheid en seksualiteit. Fabiola van Dam laat zien dat het om een veelzijdiger fenomeen gaat. Het badhuis was een stedelijke basisvoorziening die individuele mensen in staat stelde om lichamelijk en mentaal gezond te leven. Het bevorderde ook de openbare gezondheid. Dat middeleeuwers dit erg belangrijk vonden, blijkt uit de talloze badvoorschriften in medische literatuur en populaire gezondheidsleren, de regels met betrekking tot de openbare hygiëne en de vele afbeeldingen van badscènes. Onderzoek naar de badvoorzieningen, de ideeën erachter en de spelregels eromheen onthullen wat in de middeleeuwse cultuur werd beschouwd als vuil en schoon, ziek en gezond. Ook in spiritueel opzicht. Het badhuis is daarvan niet alleen fenomeen, maar is daarvoor ook een metafoor en een schouwtoneel.