Samenvatting
'Oorlog is niets anders dan onenigheid of een conflict, dat ontstaan is omdat enkele dingen het ongenoegen van de menselijke wil hebben veroorzaakt, met als gevolg dat dit conflict tot een redelijke oplossing zal worden gebracht', aldus Honoré Bouvet in zijn Arbre des Batailles uit 1387. Op religieuze taferelen na, is op middeleeuwse miniaturen geen enkel onderwerp zo vaak afgebeeld als oorlog. Ook in Holland kreeg men van hoog tot laag met oorlog te maken. Maar liefst acht van de ruim twintig graven en gravinnen die Holland tussen de tiende en de veertiende eeuw bestuurden, vonden hierdoor de dood. Ondertussen groeide het graafschap, gestuwd door de motoriek van de krijg, uit tot het machtigste gewest van de Noordelijke Nederlanden. De Graaf beschrijft in zijn bijzonder boeiende studie de oorlogen die om Holland gevoerd zijn tussen 1000 en 1375: de Stichtse conflicten, het conflict Zeeland bewester Schelde, de Westfriese guerilla, de slag bij Staveren en de Hollandse successie-oorlogen (de Loonse oorlog en de eerste fase van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten). De Graaf analyseert de strijd op twee niveaus. Het eerste is dat van de grand strategy: het grote geheel van politieke, economische, sociale en mentale ontwikkelingen in middeleeuwse tijd en ruimte. Het tweede niveau is dat van de militaire strategie, de krijgsoperatiën, de combats. Door deze methode is het mogelijk inzicht te krijgen zowel in de longue durée, de schijnbaar onbeweeglijke geschiedenis van het Hollandse landschap, als in de politieke en sociaal-economische lange termijnontwikkelingen. Oorlog om Holland belicht tegelijkertijd het vorstendom in wording en de in het strijdgewoel verwikkelde mens.