Samenvatting
Vijf eeuwen lang bouwden Frankische koningen en krijgsheren aan hun imperium. Het was ruwweg het tijdperk tussen de oudheid en het jaar 1000. Tegen het einde van de Romeinse overheersing maakten Frankische krijgsheren zich meester van het zuidelijke deel van België. Na drie eeuwen machtspolitiek van het Merovingische huis heersten de Franken al over het grootste deel van de Nederlanden. De koningen van de Karolingische dynastie lijfden tenslotte het resterende deel van onze streken in bij het rijk. Hun lotgevallen zijn diep verbonden met onze eigen geschiedenis. In ‘De Franken’, dat deel uitmaakt van de serie ‘Middeleeuwse geschiedenis van de Lage Landen’, schetst Luit van der Tuuk niet alleen het optreden van bekende vorsten als Karel de Grote en Pippijn de Korte, maar ook van minder bekende Frankische heersers in de Nederlanden. Hij vertelt aan de hand van de weinige bronnen de lotgevallen van de machthebbers en hun relatie met de Lage Landen en wat dat inhield voor Europa.