Samenvatting
Legendarisch is het verhaal van Mevis (Barthelomeus) Offermans, die tijdens de territie (bang making) van de tortuur alle bendeleden verklikte. Offermans: ‘Kort voor middernacht tussen 4 en 5 april 1750 klonk in het Stammenderbos bij kasteel Terborgh, een geluid dat de dapperste de haren te berge kon doen rijzen: er werd op een fluit een bekend wijsje gespeeld. Het diepe, donkere bos kwam tot leven. Vage schimmen kwamen uit alle richtingen op het geluid af dat vanuit de ‘Vossekoel’ klonk, de ene gewapend met een geweer, de ander met een pistool, nog andere met sabels, stokken, messen, een mesthaak, een schop, een oogstgaffel. Zwijgend begaven de mannen zich met de fluitspeler op weg. Aan een stenen kruis langs de weg wachtte een andere groep hen op. In totaal waren er nu zowat vijfenveertig mannen bij elkaar. Geerlingh Daniëls was erbij met een zadelpistool en een lang mes, Jacques Dujardin, de Franse speelman en marskramer van Hommert had een stok, en de jonkers de Gavarelle en Duprez waren eveneens bewapend. De bende had het begrepen op de hoeve van boer Hendrik Petri, alias ‘Hendrik de Waal’ aan het Straatje te Puth, de huidige Pastoor Albertsstraat.