Samenvatting
Lente 1920. Vlaanderen likt nog volop zijn wonden na de Eerste Wereldoorlog, terwijl de Spaanse griep almaar meer slachtoffers maakt. Het zijn harde tijden, vooral voor de boeren. Graanoogsten mislukken door langdurige regenval, de aardappelen rotten op de modderige velden en nieuw zaai- en plantgoed wordt onbetaalbaar. De toekomst ziet er dus niet bepaald rooskleurig uit voor boer Fiel Boevers, die tot overmaat van ramp zijn vrouw en zijn oudste dochter verliest. Met de moed der wanhoop probeert hij met zijn zoon Berre en jongste dochter Mette de steeds korter wordende eindjes aan elkaar te knopen.
En ondertussen is het in Amerika zoveel beter. De mensen verdienen er veel meer dan in Vlaanderen en alles is er de helft goedkoper. Ze hebben er zelfs land te veel ... Maar Amerika is ver en de overtocht is duur. Toch wagen steeds
meer Vlamingen de oversteek naar het Beloofde Land. Ook bij Fiel rijpt het voornemen om de boerderij te verkopen en samen met Berre en Mette te emigreren. Mette zou dit fantastisch hebben gevonden, ware het niet dat ze sinds kort smoorverliefd is. Op Dree. En hij op haar. Ze kan natuurlijk in Vlaanderen blijven, maar ze heeft haar moeder op haar sterfbed beloofd altijd goed voor Berre te zorgen, die een beetje mentaal minder gehandicapt is. Ze staat dus voor een hartverscheurende keuze ...