Samenvatting
Meten is weten...
Zonder metingen en hun wiskundige interpretatie geraakt geen enkele wetenschap vooruit. “Hoe komen we dingen te weten?” is een vraag die als een rode draad door mijn leven loopt, en ik deel graag de ervaringen die ik onderweg heb opgedaan daaromtrent.
Voor wie is dit boek?
Voor leerlingen, studenten, leerkrachten, en iedereen geïnteresseerd in wetenschap van 15 tot 99 jaar. Het meeste is begrijpbaar voor leerlingen uit het algemeen onderwijs van ca. 15-16 jaar. Voor sommige details komt een beetje kennis van pas die men meestal iets later ziet, zoals afgeleiden en logaritmen.
Mijn bedoeling is vooral om naast de klassieke schoolboeken iets te bieden waar een aantal wiskundige technieken en redeneringen aan de hand van échte voorbeelden worden aangebracht: statistiek, meetkunde, foutenleer,.... De meeste voorbeeld-onderzoekjes zijn praktisch met simpele middelen uit te voeren. Daarbij reken ik uiteraard ook moderne gereedschappen zoals de alomtegenwoordige gsm of databanken of software op het internet.
In tegenstelling tot wat gangbaar is, heb ik alles zo realistisch mogelijk gemaakt, inbegrepen allerlei situaties waardoor metingen kunnen verkeerd lopen, door fouten in de methodologie, apparatuur, of... menselijke zwakheden. We zoeken telkens hoe we met bescheiden middelen toch zo goed mogelijk tot betrouwbare resultaten kunnen komen. Regressie-analyse is daarbij dikwijls belangrijk.
Wetenschap beoefenen, is altijd blijven twijfelen en open staan voor alle mogelijke verklaringen. Dat is dan ook een houding die ik ook een beetje hoop over te brengen.