Samenvatting
Alfred Adler (1870-1937) geldt tezamen met zijn tijdgenoten Sigmund Freud en Carl Jung als grondlegger van de moderne dieptepsychologie. Hij was de geestelijk vader van de 'Individualpsychologie', waarin de overtuiging centraal staat dat elk individu een unieke en aparte eenheid vormt. Adler meende dat de mens slechts begrepen kan worden als een ondeelbaar persoon met een geheel eigen 'levensoriƫntatie', en niet als een optelsom van elkaar onderling beconcurrerende neurosen en verdringingen. De termen die hij hanteerde, zijn later psychologische kernbegrippen geworden, zoals 'minderwaardigheidscomplex', 'geldingsdrang', 'machtsstreven ', 'gemeenschapsgevoel', 'overcompensatie' en 'het creatieve zelf'. 'Mensenkennis' is Adlers bekendste, meest gelezen en tevens belangrijkste werk wat betreft de uiteenzetting van zijn visie voor een breed publiek. Van dit klassieke handboek zijn niet voor niets sinds het verschijnen wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht. In 'Mensenkennis' ontvouwt Adler een in essentie positief mensbeeld, waarin samenwerking wordt gezien als vruchtbaarder dan competitie, waarin elk kind wordt gezien als een individu met een geheel eigen persoonlijkheid, waarin gezin en school worden aangemerkt als de belangrijkste instelling voor de ontwikkeling van jongeren, en waarin het leven wordt opgevat als het creatief overwinnen van problemen. De boodschap is dat mensen beter kunnen leven als zij beter begrip hebben van elkaar. Aldus biedt 'Mensenkennis' niet alleen een theorie over karakterkunde, maar tevens een praktische visie op de groei tot evenwichtige persoonlijkheid. Dit boek blijft onverminderd van groot belang voor allen in de wereld van psychologie en psychotherapie, voor studenten alsook voor iedereen die meer wil begrijpen van de mens en van zichzelf. 'Wie de mens echt wil doorgronden, heeft veel meer aan Adler dan aan Freud.' - - Frankfurter Allgemeine Zeitung 'Dit boek is nu misschien wel meer dan ooit het lezen waard.' - Psychology