Fragment
Rick houdt stil voor de kamer van Dennis.
Aan het lawaai te horen is hij weer met messen aan het gooien.
In de houten deur. Het geluid van versplinterend hout.
‘Dennis?’
‘Wie is daar?’
‘Je vader.’
‘Nee.’
‘Nou, nou, nou. Ben je eindelijk zover?’
‘Als ik die deurknop ook maar even zie bewegen, gooi ik een mes in je donder, met mijn ogen dicht.’
‘Ik tel tot drie en op de derde tel doe ik de deur open.’
‘Ik gooi op ooghoogte.’
‘Een. Twee. Drie.’
Rick staat vertwijfeld voor de deur.
Later.
Rick staat midden in de kamer van Dennis.
‘Jij hebt het recht niet bij mij in te breken.’
‘Ik ben je vader’.
‘Als je nog eén stap doet staat deze in je lijf’.
‘Zo hee, je hebt zelfs een mes achter de hand. Oppassen Rick!
Kijk jongen, je moet gewoon eén ding goed weten –‘
‘Ga je weer slaan?’
‘Nee. Dat was een fout en ik kwam het eigenlijk weer goed maken. Maar ja, dat zit er vandaag niet in, dat zie ik wel.’
‘Wie ben jij eigenlijk?’ Dennis stikt bijkans van woede.
‘Dat kan ik je precies vertellen. Ik ben de vader en Edith is de moeder. En je haat je vader omdat je zeventien bent.Tot zover is alles normaal.’
‘Ik heb geen vader nodig.’
‘Zo kan je het inderdaad ook formuleren. Tegenwoordig zeggen ze ook wel: ik voel mij een vreemde. Vervreemd. Voel jij je hier wel thuis jongen of…’
‘Ik haat je.’
‘Dat klopt dus.’
‘Ik haat jou.’
‘Zeg, kleine etterbuil. Ik vind het prima dat jij je hier niet thuis voelt en ook al die agressie en dergelijke die je daarbij gebruikt om een en ander duidelijk te maken. Laat me uitpraten. En in dat laatste ben je geslaagd. Je moeder heeft voor je kamer staan huilen. Maar dat is niet zo erg hoor, want jij hebt iets van een verloren verliefdheid en jij voelt je niet ‘happy’, niet op je gemak in het leven.. Zullen we het daar maar op houden?’
Rick loopt op hem in.
‘BLIJF waar je bent.’ Dennis dreigt met het mes.
‘Nee jongen. Ik zal me over jou ontfermen, begrepen? En dan nog eén ding. Als jij je ellende dan toch thuis af wilt reageren, doe dat dan op mij en niet op je moeder. Die kan daar helemaal niet tegen, ja?’
‘Rot toch op’
‘En nou is het afgelopen. Hier met dat mes.’
‘Zo. En je blijft op je kamer totdat je moeder langs is geweest.’
‘Ik hoef haar niet te zien.’
‘En waarom niet?’
‘Omdat ik niks met jullie te maken heb.’
‘Welterusten, Dennis.’
‘Jij denkt maar dat je – ‘
‘Ik denk niet, ik doe. Nou jij nog.’
Rick slaat met een klap de deur dicht.
×