Samenvatting
De medische zorg heeft de laatste 20 jaar veel innovatieve, vooral technische ontwikkelingen doorgemaakt. In de dagelijkse praktijk bestaat de zorg echter voor het grootste deel uit de dialoog tussen de arts en de patiënt, waarbij de patiënt verwacht dat de zorg door een `goede` dokter geleverd wordt. Maar wat is een goed dokter? Voor een patiënt is het belangrijk dat de arts menselijk en competent is, adequaat handelt, goede zorg levert en de patiënt betrekt bij te nemen beslissingen. Artsen echter zijn opgeleid om met name acute zorgproblemen te behandelen, en tegelijkertijd moeten ze zich steeds meer richten op het begeleiden van patiënten met een levenslange chronische ziekte. Dat levert spanningen op. Gebrek aan goede communicatie, en geen zicht op elkaars drijfveren, verergert vaak het lijden van de patiënt. Door te investeren in communicatie kan de gezondheidszorg naar een hoger niveau worden gebracht. Met dit boek wil Leo Visser, met theoretische kennis en jaren praktijkervaring, schetsen hoe slechte communicatie begint, maar vooral ook hoe het beter kan. Als patiënten weten hoe artsen denken en werken, stellen ze betere vragen. En als de arts zich bewust is van het perspectief van de patiënt, leidt dat tot grotere medemenselijkheid in de zorg.