Fragment
Tachtig
Ik moest in Lambertschaag zijn, voor een redactievergadering.
Ik luisterde naar mijn Tom Tom en probeer te doen wat er gezegd wordt.
Het is voor mij vooral veel rechtdoor, dat is makkelijk.
Op een gegeven moment zat ik op een weg waar je 80 mag rijden.
Ik rijd lekker ontspannen en zie in de verte iets rijden wat fel oranje is.
Als ik dichterbij kom blijkt het een 45 kilometer autootje te zijn.
Een brommobiel.
Er zit een man in, die rond de tachtig moet zijn.
Hij rijdt heel gespannen op deze weg, waar iedereen harder rijdt dan hij.
Misschien heeft hij gedacht dat deze weg voor mensen van 80 en ouder is, dat kan.
Ik zie helemaal voor me hoe zijn kinderen samen hebben bedacht dat pa maar een oranje autootje moet hebben, dat valt beter op.
Waarschijnlijk weten ze hoe eigenwijs hij is en proberen ze op deze manier te voorkomen dat hij brokken maakt met zijn uit de hand gelopen bromfiets.
Iemand is het op het lumineuze idee gekomen om een vlaggetje vast te maken aan de voorkant.
Zo’n vlaggetje wat je ook wel ziet aan driewielers in een woonerf.
Dan zien mensen die in een auto zitten tenminste dat er nog iets voor ze rijdt, anders kijken ze er overheen.
Schattig.
Ik vind het een creatieve oplossing.
Ik duim voor hem dat er geen politie in de buurt is, en rijd voorzichtig om hem heen.
Zelf rijd ik tachtig, dat lijkt me nog wel zo veilig.
Bovendien wil ik graag op tijd in Lambertschaag aankomen.
Op de terugweg heb ik hem niet meer gezien.
Hij heeft kennelijk een engeltje op zijn schouder.
Gecombineerd met dat vlaggetje moet het goed gaan.
×