niet beschikbaar
Koens voelde zich wat kalmer inmiddels, maar bij de kassa speelde opnieuw zijn gevoel op. Zijn ogen waren gericht op de band, waar zijn voorganger de boodschappen op uitstalde. Bier, chips, wijn, vla, magnetronmaaltijd. Wat een loser. Kan niet eens zelf koken, met zijn nette blouse en gladgestreken kop. Koens werd opnieuw nerveus van zijn gedachten, en niet alleen van zijn gedachten, maar ook van de mensen om hem heen. Dit was hem niet eerder overkomen. Normaliter voelde hij zich prima op zijn gemak in gezelschap met anderen, maar hij voelde aan alles in zijn lichaam dat dit nu niet het geval was. Hoe lang was het geleden dat hij zich onder de mensen had begeven? Leefde hij dan zoʼn geïsoleerd bestaan? Koens dwaalde dieper af in gedachten.
ʻJa Koens, dat zijn mensen. Kun je het zien? Kun je ze ruiken? Mensen zijn ook dieren, Koens.ʼ
Hij schrok ervan. Niet eerder sprak zijn Panter tot hem in het openbaar. Iemand klopte op zijn schouder.
×