Fragment
NERO INCHIOSTRO
__________
Het is slechts zwart donker dat ik zie, er is niet meer dan een koel briesje dat ik voel. Waardoor doet mijn rug zo ongemakkelijk pijn? Zou het zand dat zich moeizaam naar mijn lichaam heeft gevormd de pijn veroorzaken? Mijn zware arm til ik op, mijn hand verlaat het mulle vochtige zand. Ik probeer zacht mijn hand op mijn schoot te laten landen, voorzichtig zoeken mijn vingers de plek die mij snijdend pijn doet. Waar ben ik? Waar zijn mijn kleren, zelfs geen boxer die mijn schaamte bedekt. Waarom lig ik hier helemaal naakt?
Ik probeer mij op mijn linkerzijde te draaien, zodat ik mijn rug meer kan ontlasten. Ook nu een snerpende pijn die vanuit mijn onderrug naar mijn benen schiet en ook een kramp in mijn borstholte die door mijn verleggen zich meedogenloos meldt. Mijn nek voelt aan alsof er zich een ballon pijnlijk in opblaast. Ik probeer in één beweging mij hand naar mijn neus te brengen. Wat betekent dat bonken in mijn hoofd en waardoor is alleen mijn voorhoofd nat, wat stroomt er langzaam bij mijn oor, waardoor kan ik mijn hoofd niet oprichten? Wat is die suis? Wat is er gebeurd?
Ik zoek zonder resultaat naar herinneringen. Wat is er met mijn geheugen, heb ik een herseninfarct gehad? Nee, dat klopt niet met de andere zaken die ik waarneem. Waarom is het zo donker? Lig ik ergens opgesloten in zo’n kelder uit een film? Nee, de wind die het nog kouder maakt en het geluid van de zee verraden dat ik buiten lig, wellicht op een strand. Is het donkere buiten nacht of ben ik blind?
Ik draai mij, zodat ik weer op mijn rug kom te liggen. Ik probeer te roepen en kies zonder dat ik hierbij nadenk voor de kortste kreet: ‘Help!’ Ik herhaal dit een paar keer, steeds zachter omdat de kracht bij elke schreeuw uit mij wegvloeit. Mijn hulpkreet wordt niet beantwoord, het blijft stil.
×