Samenvatting
Dit boek gaat over tekens met een grote symbolische waarde. Voorbeelden van nationale, cultuurhistorische en religieuze aard zijn: de Nederlandse Leeuw, de Nachtwacht en Michiel de Ruyter, en Kruistekens. Onze multiculturele samenleving kent een veelheid van zulke symbolen. Er zijn ook symbolen met een negatieve lading, zoals Nazi-symbolen. Hoe gaat ons recht om en hoe zou ons recht moéten omgaan met zulke tekens die voor veel mensen een grote symbolische waarde hebben? Aanstootgevend of oneigenlijk gebruik kan allicht op bezwaren stuiten. En als daarvan niet of nauwelijks sprake is gebruik van Rembrandts op een koekblik mag een ondernemer dan zon teken monopoliseren als een wettelijk exclusief merk? Hoe gaat het recht met deze problemen om? Hoever gaat het recht met de bescherming van symbolen en daaraan verbonden behoeften, in het licht van de grondrechtelijke tegenvoeter, de uitingsvrijheid? Is monopolisering van symbolen uit te sluiten? Maakt de aard van symbolen nationaal, cultuurhistorisch of religieus hierbij verschil?