Samenvatting
‘Megi, een Georgisch meisje’ van Grigol Robakidze verscheen in 1932 in Tübingen bij uitgeverij Rainer Wunderlich. Een paar jaar later werd het boek in het Italiaans en het Frans vertaald. Die laatste vertaling ging vergezeld van een voorwoord van Marcel Brion, een bekende Franse essayist, literair criticus, romanschrijver en historicus die schreef: “...ongeacht de inhoud geeft het verhaal zichzelf een lichaam, het verandert in een levend wezen, een soort tweede realiteit van het boek.” De oorspronkelijke titel van de roman ‘Megi, een Georgisch meisje’ was ‘Medea’s vlechten’. Daarmee verwees de schrijver naar ‘Medea’ van de Griekse tragediedichter Euripides dat voor het eerst werd opgevoerd in 431 v.Chr. en daarna nog vele malen in de antieke theater en telkens met een groot succes. Medea was de dochter van Aietes, de koning van Colchis, gelegen in het huidige Georgië. Medea neemt voor de Georgiërs een belangrijke plaats in, omdat geen ander literair personage zo’n duidelijke band met Georgië heeft. Medea bevindt zich al sinds de oudheid in het hart van de wereldliteratuur. In literaire studies is zij veel besproken en zal ze besproken blijven worden, en voor kunstenaars zal zij altijd een onuitputtelijke bron van nieuwe fantasieën en interpretaties blijven. De vele delen van de roman laten een nauw verband zien met de tragedie van Euripides. Allereerst moet worden opgemerkt dat de actie plaatsvindt in tegenwoordige Mingrelië, dus in het oude Colchis. Wat de hoofdpersoon Megi betreft, ze lijkt erg op Medea, ook in emotioneel opzicht. De paden van Medea en Megi zijn met elkaar verweven. Het lijkt erop dat hun levens eenzelfde lijn volgen, en het lot verandert hun beider levens in een tragedie. Grigol Robakidze wordt beschouwd als een van de belangrijkste Georgische schrijvers van de twintigste eeuw. Hij werd geboren op 28 oktober 1880 in het dorp Sviri, Imeretië (West-Georgië). Na het behalen van zijn diploma aan het Classicaal Gymnasium in Kutaisi (1900) vervolgde hij zijn studie aan universiteiten in Estland en Duitsland. Robakidze keerde in 1908 uit Duitsland terug en ontwikkelde zich tot een vooraanstaand persoon onder de jonge Georgische symbolisten. In 1915 richtte hij de Blue Horns op, een nieuwe groep symbolistische dichters en schrijvers die later een belangrijke rol zouden spelen, vooral in de twee decennia erna. In 1917 was hij betrokken bij de oprichting van de Unie van Georgische Schrijvers. Hij was actief in de nationale bevrijdingsbeweging van Georgië van 1914-1918. Robakidze kreeg een diplomatieke post in 1919, toen hij deelnam aan de Vredesconferentie van Parijs als uitvoerend secretaris van de staatsdelegatie van de Democratische Republiek Georgië. Na de annexatie van Georgië door Sovjet-Rusland in 1921 bleef hij in het land, waar hij bekend stond om zijn anti-Sovjetgevoelens. Grigol Robakidze en zijn vrouw emigreerden in 1930 naar Duitsland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam hij deel aan rechtse patriottische emigrantenorganisaties zoals het Comité van Onafhankelijkheid van Georgië, de Unie van Georgische Traditionalisten en Tetri Giorgi (Witte Sint Joris). Hij verhuisde in 1946 naar Zwitserland. Hij stierf in Genève op 19 november 1962. Hij werd later herbegraven op de begraafplaats van Leuville-sur-Orge, Frankrijk, een begraafplaats voor Georgische emigranten in Europa.