Samenvatting
Van de 4e tot de 14e eeuw was het manicheïsme een christelijke wereldkerk langs de zijderoute tot diep in Egypte, van Rome tot Tjang'an. Maar wat weten we ervan? Van de vierde tot de veertiende eeuw is het manicheïsme en christelijke wereldkerk langs de zijderoute tot diep in Egypte en van Rome tot Chang'an in China. Kerkvader Augustinus (354-430) is tien jaar lang christelijk manicheeër voordat hij zich in Milaan bekeert tot het katholieke christendom. Sindsdien heeft hij - en vele andere kerkvaderen - het manicheïsme verguisd en verketterd. Net zoals de priesters van het zoroastrisme en de islam deden. Waarom? Omdat Mani (216-274/6) - de stichter van het manicheïsme - leert dat er twee eerste principes zijn: God, het goede en het licht én hyle, het kwaad en de duisternis. Beide principes zijn in alle schepselen aanwezig: ook in groente en fruit. Dit licht is het kosmische lichaam van Christus dat in de schepping is gekruisigd. Door rituele maaltijden zijn de manicheese priesters in staat het licht te verlossen. Dit alles is aan Mani geopenbaard door de Heilige Geest. Daarom kan Mani zich 'apostel van Jezus Christus' noemen.