Samenvatting
Medz Yeghern, Het Grote Kwaad, is de uitdrukking die de Armeniërs in de wereld vandaag de dag gebruiken voor de periode tussen 1914 en 1916, waarin hun volk systematisch werd uitgemoord en werd gedeporteerd door de regering en het leger van het Ottomaanse Rijk. In deze uitgave beschrijft Paolo Cossi deze gruwelen door middel van drie historische aanknopingspunten:
- het personage van Armin T. Wegner, de Duitse soldaat die met zijn fotoreportages de uitroeiing en folteringen waarvan de Armeniërs slachtoffer waren openbaarde aan de wereld, met gevaar voor eigen leven en in strijd met zijn orders
- De Armeense poging tot weerstand, die de geschiedenis is ingegaan als De veertig dagen van de Musa Dagh
- Het proces tegen de Armeense overlevende Soghomon Tehliriam, die uit wraak in 1921 in Berlijn Mehemet Talaat Pasja vermoordde. Talaat was de minister van Binnenlandse Zaken van het Ottomaanse Rijk van 1913 tot 1917, en daarna grootvizier (1917-1918). Hij wordt beschouwd als één van de hoofdverantwoordelijken voor de genocide en deportatie van de Armeniërs.
De tekeningen en de sobere, onopgesmukte vertelstijl vertellen het verhaal van de uitroeiing waarin de Armeniërs veroordeeld waren tot "elke doodsoorzaak die men ooit is tegengekomen".