Samenvatting
Het naar binnen vallende zonlicht scheen precies op het schaakbord, alsof het uitdagend wenkte. Ze keek en zag de zwarte koningin, neerkijkend vanuit de linkerhoek op het kleine witte legertje, trots en onaantastbaar. Voor het eerst drong zich de gedachte op dat ze tegen een levend mens speelde, een brein dat verscholen ging achter de hand die de schaakstukken verzette. Een warme junidag in 1985. Een ontmoeting tussen twee bijzondere kinderen. Een geheime belofte. De negentien jaar oude Myranda gaat zwijgend door het leven. Een veilig leven waarin ze zich gekoesterd voelt door de beschermende liefde van haar moeder en haar oma. Als ze gaat studeren aan de sociale academie en daar Raël ontmoet, begint de muur van veiligheid langzaam af te brokkelen. Beloftes uit het verleden komen in een ander daglicht te staan en de verwarring slaat bij Myranda toe. Het is mei 1991. Een maand uit het leven van Myranda, waarin alles wat eerst duidelijk en afgebakend was, ineens overhoop wordt gegooid door onverwachtse gebeurtenissen. De schijfster schetst in de roman Mat een beeld van de hulpverlening in de jaren negentig, een tijd waarin onder het politieke beleid van een sociale regering veel mogelijk was en hulpverleners met nieuwe ideeën naar de zorg keken.