Samenvatting
Vijftien jaar later is de herinnering aan die dag bij mij teruggekomen. Ik heb de jongen gezien die in de nevel van station Francia ronddoolde en de naam van Marina lichtte opnieuw op als een verse wond. Allemaal bewaren we een geheim op de zolder van de ziel, achter slot en grendel. Dit is het mijne.
In mei 1980 verdwijnt de 15-jarige Oscar Drai plotseling van school in de oude stad van Barcelona. Zeven dagen en nachten weet niemand waar hij uithangt …
Zijn verhaal begint in het oude stadshart van Barcelona, waar hij Marina en haar vader Germán Blau, een portretschilder, ontmoet. Marina neemt Oscar mee naar een kerkhof, om getuige te zijn van een macaber ritueel dat elke vierde zondag van de maand plaatsvindt. Precies om tien uur ’s ochtends verschijnt een koets, getrokken door zwarte paarden. Er stapt een vrouw uit, in het zwart gekleed, haar gezicht gesluierd, met in haar gehandschoende handen één enkele roos. Ze loopt naar een grafsteen die geen naam vermeldt, maar waarop alleen een mysterieuze afbeelding van een zwarte vlinder met opengeslagen vleugels te zien is.
Als Oscar en Marina besluiten haar te achtervolgen, begint een reis die hen naar de hoogtepunten van een vergeten, naoorlogs Barcelona leidt, een wereld vol aristocraten en actrices, uitvinders en magnaten, en een duister geheim dat op hen wacht in het mysterieuze labyrint onder de straten van de stad.