Samenvatting
Al zolang hij zich kan herinneren is Jaco Benckhuijsen verliefd op wilde lege vlaktes. Na trektochten over sneeuw en toendra valt zijn oog op de grootste vlakte van allemaal: de zee. Met zijn vouwkajak maakt hij drie solotochten langs de rafels van de wereld. Hij overnacht bij de Papoea’s in hun hutten van gras, peddelt in drie eenzame weken naar de drieëntwintig inwoners van Nikolski op de Aleoeten en vecht bij Vuurland tegen metershoge golven naast een omgeslagen boot. De adembenemende schoonheid van de wilde kustgebieden, de bijzondere ontmoetingen en de fysieke inspanningen leren hem waardevolle levenslessen.
Man in het wild is een verhaal over alleen leren zijn, meebewegen met de golven en het aangaan van een diepe fysieke verbintenis met de omgeving.