Samenvatting
Eenzaamheid is voor veel mensen een herkenbare gesteldheid, voor de één als vervelend moment, voor de ander als een aanhoudende last. In onze tijd wordt eenzaamheid beschouwd als een groot maatschappelijk probleem dat moet worden bestreden. Instanties, professionals en vrijwilligers houden zich hiermee bezig. De vraag is echter of eenzaamheid zich wel laat bestrijden en of het een probleem is dat slechts negatief moet worden opgevat.
In deze bundel wordt eenzaamheid benaderd als iets dat bij het leven hoort. Het bestaan stelt ons voor opgaven, vragen en moeilijkheden, die ons eenzaam of diep eenzaam kunnen maken. Deze existentiële invalshoek biedt ruimte om anders met eenzaamheid om te gaan en ook te komen tot een positieve duiding. De fundamentele vraag is dan: Mag een mens eenzaam zijn?
Zeven auteurs uit verschillende wetenschappelijke disciplines werpen een breed licht op deze vraag: zij zien eenzaamheid niet uitsluitend als probleem, maar ook als mogelijkheid voor innerlijke groei, als een schrijnende toestand die ook vruchtbaar kan zijn. Zij laten zien dat eenzaamheid niet alleen een gemis in en aan relaties is, maar ook vaak een confrontatie met angst, de dood, het eigen innerlijk landschap.
De bundel is bestemd voor ieder die direct of indirect te maken heeft met eenzaamheid, in het persoonlijke leven of in de werkpraktijk. De bijdragen bieden handreikingen aan professionals, beleidsmakers, vrijwilligers en degenen die eenzaamheid aan den lijve ervaren, kortom, aan allen die behoefte hebben aan reflectie op dit veelzijdige thema.