Samenvatting
In de vroege ochtend van 15 augustus 2007 lagen zes doorzeefde lijken voor Pizzeria Da Bruno in de Duitse industriestad Duisburg. Een maffiamoord, in het hart van West-Europa. Uit het onderzoek bleek de ’ndrangheta alleen al in Duitsland met 229 misdaadfamilies aanwezig te zijn. Vóór ‘Duisburg’ was de maffia synoniem geweest met Sicilië, Corleone en de cosa nostra. Decennialang hadden de almachtige Corleonesi onder leiding van Salvatore ‘Totò’ Riina een monopolie gehad op maffianieuws, met als tragisch hoogtepunt de moorden op de populaire rechters Giovanni Falcone en Paolo Borsellino in 1992. Tijdens het daaropvolgende justitiële offensief belandde het ene kopstuk na het andere achter de tralies. Twintig jaar later is de cosa nostra een totaal andere organisatie, die in een lucratieve symbiose met de staat leeft en haar inkomsten haalt uit afpersing, witwasconstructies en het binnenhalen van openbare aanbestedingen. Terwijl de strijd tegen de cosa nostra alle aandacht kreeg, konden de andere Italiaanse maffiagroepen, de camorra uit Campanië en de ’ndrangheta uit Calabrië, in de luwte uitgroeien tot de nieuwe sterren van maffioos Italië. Met een belangrijke aanwezigheid in de havens van Antwerpen en Rotterdam en onderduikadressen in de Italiaanse migrantengemeenschappen is de ’ndrangheta ook een Belgisch en een Nederlands probleem geworden. Dit boek is een speurtocht naar de hedendaagse Italiaanse maffia. Een reis door Sicilië, de Aspromonte en Napels, het decor waarin deze organisaties opereren. En ook het verhaal van de Italiaanse 'antimaffia': de magistraten, speurders, politici en maffiaonderzoekers die elke dag strijd leveren tegen de succesvolste misdaadsyndicaten van Europa. Onderzoeksjournalisten Raf Sauviller en Salvatore Di Rosa worden terecht beschouwd als de maffiaspecialisten van België en Nederland. Ze publiceren geregeld over dit onderwerp in HUMO en P-magazine. Samen schreven ze in 2014 'Zwarte diamant: 50 jaar fraude, bedrog en belastingon